Reactie van Ds Ranfar Kouwijzer, Pauluskerk Rotterdam, bij de boekpresentatie van op 21 nov 2021 

Ik ben een leek als het gaat om stedenbouw. Ik ben theoloog en dominee van de Pauluskerk: van oudsher de veilige haven voor de verschoppelingen van de stad, van druggebruikers tot ongedocumenteerden en dakloze arbeidsmigranten. Maar het is leuk en helend als verschillende werelden elkaar ontmoeten. Dat geldt voor arm en rijk, voor wit en zwart, maar ook voor stedenbouw en theologie.
Toen ik opgroeide in de jaren tachtig had Rotterdam de status van een soort Lelystad. Er was weinig reden om je ermee te verbinden, laat staan om er heen te gaan. Hoe anders is dat nu. Hippe twintigers willen het liefste in Rotterdam wonen. Niet alles is aan Riek toe te schrijven, maar ze is wel een soort Copernicus voor deze stad. Zoals de beroemde Poolse geleerde als eerste beschreef dat niet de zon om de aarde draait, maar andersom, de aarde om de zon, zo bracht Riek een wending in het denken over het centrum van deze stad. Niet de Coolsingel is de as van de stad, maar de Maas. Ze opende zo het denken voor de ontwikkeling van Zuid, voor de Erasmusbrug, voor de nieuwe dynamiek in deze stad. Riek kan dingen zíen! In de bijbel noemen ze zo iemand een profeet. Riek is niet alleen visionair. Ze is ook praktisch en kan dingen naar haar hand zetten. Haar projecten hebben zich gematerialiseerd. Haar invloed zal tekenend zijn voor decennia en decennia.
Toch heeft haar gouden hand ook iets van de hand van de tovenaarsleerling. Want waar gaat het heen met al dat succes? Met de wonderlijke opmars van Rotterdam? Is het nog te beheersen? Gaat het niet een eigen leven leiden? Op Katendrecht staat vandaag een vierkamer appartement te koop voor 1.7M Euro. Waar in deze stad kan je nog wonen als je níet maatschappelijk geslaagd bent? Buurt na buurt wordt gerenoveerd of afgebroken. Voor de oorspronkelijke bewoners worden de huizen onbetaalbaar. Ik praat in de Pauluskerk met mensen van de straat. Met mensen uit de maatschappelijke opvang, of mensen die nog net een huis hebben, maar verder in zwaar weer verkeren. Zij leven van maatschappelijke verbindingen op microniveau. Er is een buurtpleintje en daar wordt door omwonenden voor het groen gezorgd. Buurvrouwen houden een oogje op buitenspelende kinderen. De kroeg op de hoek en de gezamenlijke bbq zorgen voor samenhang. Mensen zijn schuchter en vertrouwen niet snel een ander. Maar ze wonen twintig, dertig jaar in hun buurtje – en dan werkt het. Rijke en hoogopgeleide mensen kunnen snel aarden. Ze gaan naar restaurants, podia en theater, ze nodigen vrienden uit, ze kopen diensten in en zo raken ze thuis in een buurt. Arme mensen doen dat veel langzamer. Ze gaan samen naar school en spelen samen buiten. Daar bouwen ze iets op voor later. Ze zijn als bomen. Als je deze mensen uit hun context haalt zijn ze hun verworteling kwijt voor heel lange tijd. Of erger: ze belanden in isolement en in de problemen.
Het is nog geen 48 uur geleden dat de politie hier op de Coolsingel gericht moest schieten. Kunnen we die heftige onlusten wel los zien van de ontwikkeling dat mensen hun plek en hun verbinding aan het kwijtraken zijn? Rotterdam vraagt om een nieuwe visie. Niet op hoe we nog meer succes en economische voorspoed kunnen genereren, toparchitecten aan ons kunnen binden, maar hoe we plaats blijven bieden aan de armen. Deze stad zou niet trouw zijn aan zichzelf als er voor hen geen plaats blijft. Dus moet gentrificatie op sommige plaatsen actief tegengegaan worden. Moeten buurten niet gesloopt worden. We hebben nieuwe stedenbouwkundigen nodig, nieuwe visionairs, mensen die in het spoor van Riek kunnen bedenken hoe het nú weer anders moet. Niet de hoogte in, maar de diepte in – om het maar zo te zeggen.
Soms raken werelden elkaar. Linkeroever en Rechteroever. Rijk en arm. Theologie en stedenbouwkunde. We hebben het vandaag over een nieuw boek. Toevallig is er één boek waar ik veel van weet. Het is altijd belangrijk om te kijken hoe een boek begint en hoe een boek eindigt. Hoe de bijbel begint staat iedereen wel voor ogen: met het scheppingsverhaal. De hemel hier en de aarde daar; en dan daar land en daar zee; daar bos… Dat gaat over landschapsontwikkeling. Hebben jullie paraat hoe de bijbel eindigt? Dat is met een visioen over wat komen zal. Een wereld waar iedereen gelijk zal zijn en waar geen armoede meer zal heersen. De openbaring van Johannes beschrijft dit hemelse visioen over hoe het ooit zijn zal met het beeld van een stad! De bijbel eindigt stedenbouwkundig. Ik lees een klein stukje uit dat einde:
Eén van de zeven engelen voerde mij in de Geest weg,
naar een grote en hoge berg.
En hij toonde me de heilige stad Jeruzalem, neerdalend uit de hemel bij God.
Ze heeft een grote en hoge muur met twaalf poorten.
Naar het oosten zijn drie poorten
Naar het noorden zijn drie poorten
Naar het zuiden zijn drie poorten
Naar het westen zijn drie poorten.
En hij die met mij sprak, had een gouden rietmeetstok bij zich
Om de stad en haar poorten en de muur te meten.
En de stad is vierkant.
Haar lengte is gelijk aan haar breedte.
(…) Het plein van de stad is puur goud.
En een tempel zag ik in haar niet, want God is haar tempel
.
Zo ziet dus een stad eruit waarin plaats is voor de armen en verdrukten. Met genoeg poorten voor alle stammen; Mensen hebben het er even lang als breed. De mensen aan wie tekort is gedaan in dít leven, zijn daar thuis. Laat dat stedenbouwkundig visioen een inspiratie zijn voor Rotterdam, voor de opvolgers van Riek.
Diegene die dit ons dit beeld voortovert, de engel, die deze stad laat zien – die heeft een gouden rietmeetstok. Daar is natuurlijk sprake van een verschrijving. Daar moet natuurlijk eigenlijk staan: een gouden Riek-Meetstok.
Hartelijk dank!

kouwijzerklein
We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.